Juridisch gezien zijn kerken rechtspersonen die ‘worden geregeerd door hun eigen statuut’ (art. 2:2 Burgerlijk Wetboek). De archiefwet- en regelgeving van de overheid is daarom niet rechtstreeks op hen van toepassing.


In deze wet- en regelgeving zijn wel allerlei waarden en normen vastgelegd die hun weerslag hebben gekregen in kerkelijke voorschriften. De aard en reikwijdte hiervan verschilt per kerkverband. Het is verstandig in het eigen kerkverband te informeren hoe dit is geregeld en er de geldende kerkorde op na te slaan.


De Dordtse Kerkorde (1619) bevat oorspronkelijk een bepaling over het bijhouden van acta (notulen) van kerkelijke vergaderingen. Deze bepaling kan in ruimere zin kan worden begrepen als een opdracht tot goede archiefzorg. In de versie van de Christelijke Gereformeerde Kerken is deze bepaling bijvoorbeeld als volgt verwoord: ‘Iedere kerk heeft behoorlijk zorg te dragen voor haar archief. Dit geldt ook voor de classis en de synode. Elke meerdere vergadering heeft hierbij toezicht te houden op haar mindere (art. 45).’ 


De reglementen en regelingen die onder dergelijke globale bepalingen hangen, zijn vaak sterk verouderd. Op deze website wordt daarom meer uitleg gegeven over het beheren van kerkelijke archieven.